Derde dag van de 4Daagse begint nat en bereikt hoogste punt op de Zevenheuvelenweg.

Foto: RonV Media.

De dag begon voor de meeste lopers met een nat pak, na het onweer van vannacht trokken er flinke buien over het land. De meeste lopers hebben hier vanmorgen mee te maken gehad, de waarschuwing voor nieuwe onweersbuien in de loop van de dag bleef voor de 4Daagse lopers uit. Met de pittige klim op de Zevenheuvelenweg voor de boeg kwam dit menigeen als een geschenk uit de hemel.

Tussen vijf en acht, op het moment dat alle lopers starten, trekken er een aantal buien over Nijmegen en omstreken. Een aantal buien zijn pittig en gaan gepaard met flinke stortregens, de meeste lopers hebben hier hinder van ondervonden. De eerste deelnemers zijn nog niet geheel droog als ze de Zevenheuvelenweg oplopen, het is rond half tien als ik bovenaan de weg aan Groesbeekse kant sta. Helaas kreeg ik geen toegang tot de gewenste locatie halverwege de klim, ik loop daarom vanaf Groesbeek de heuvel af en zoek een plekje in het dal.

Rond half een lopen er twee heren langs me heen, achter me hoor ik “Hey, Duiven Nieuws!”, ik kijk om en zie twee vriendelijke heren staan, een van hen komt uit Duiven en komt even terug voor een praatje en foto. Een klein uur later staan er vijf spontane dames bij me, ze hebben er zichtbaar plezier in en poseren graag voor een foto. De stemming bij de dames zit er goed in, ze vervolgen hun weg swingend op de klanken uit de speakers van een lokale Carnavals Vereniging die aan de overkant van de weg staat.

Omstreeks 13:45 stopt een man naast me, kijkt eens op het logo wat is bevestigd aan mijn statief en op mijn perskaart. “Bent u van Duiven Nieuws?” klinkt het enthousiast, ik vraag de man of hij uit Duiven komt, dit bevestigd hij. We maken even een praatje alvorens hij zijn weg vervolgd, ik wens hem succes en hoop hem morgen aan de finish weer te zien. Sjoerd en Roland weten me vandaag ook weer te vinden, met Sjoerd maak ik een praatje en het gaat natuurlijk over de regen vanmorgen. Uit zijn zak haalt hij een paar sokken, “ze zijn bijna droog” zegt hij, “ik was drijfnat vanmorgen, niks aan te doen”. Op de vraag of hij blaren heeft overgehouden aan de natte sokken en schoenen weet hij niet, “Dat zie ik straks wel, ik voel niks” zegt hij net voor hij verder gaat. Hij vraagt me waar ik morgen sta, ik kan het niet maken om ergens anders te staan dan op de finish.